Ken je mij….?
Een vraag die ik me na afgelopen donderdag steeds stel. Hoe goed ken ik mezelf? Hoe goed heb ik mezelf eigenlijk aangeleerd om die krachtige en stoere kant vast te houden? Na een jaar waarin ik veel verwerkt heb zeg ik het nog maar eens. Op zoek naar mijn zachte kant, waarin alles er mag zijn.
Dit blog gaat over mijn ontmoeting met Master X, de coach op afstand die ik eindelijk face-to-face ontmoet. Waar dit blog eigenlijk over gaat is het tonen van onzekerheid, breekbaarheid en verlangen. Iets wat vele lezers wellicht zullen herkennen. De vraag is of iedereen dit gevoel ook durft te erkennen, durft te tonen? Voor ik aan deze ontmoeting begon wist ik het niet. En nu? Nu weet ik beter, ken ik mezelf weer een stukje beter…. Dus dit blog schrijf ik vanuit gevoel in alle open- en eerlijkheid.
Ik wens je veel leesplezier en vraag ik je ook: Hoe goed ken jij jezelf? Hoe vaak durf jij jouw verlangen, jouw breekbaarheid en je onzekerheid te tonen?
Mijn ontmoeting met Master X.
Natuurlijk heeft het me de hele week bezig gehouden en afgelopen donderdag heeft het ook echt plaatsgevonden. Dé ontmoeting die ik vooraf diverse malen gevisualiseerd heb. Een beeld gevormd van de persoon en van de invulling van wat zou gebeuren. En mijn hoogste doel in deze ontmoeting was te laten zien hoe krachtig en sterk ik ben. Helemaal stoer voelde ik me niet, want per slot nam ik wel mijn vriendin mee op sleeptouw. Hoezo stoer?
Om het stoere gevoel toch meer kracht bij te zetten besloot ik ook een krachtige outfit uit de kast te plukken. Zwart leren broek, zwart leren knielaarzen, zwart hemdje en het geheel afgemaakt met een zwart leren jas. Natuurlijk dit alles in combi met een wilde haarbos en knalrode lippenstift. De kracht spatte er vanaf….
Grappig te bemerken dat ik me net als veel vrouwen krachtig kleed om me op deze manier nog sterker te voelen. Terwijl ik nu weet dat ik in een juten zak het zelfde gevoel kan oproepen. De hoofdvraag is echter veel interessanter: Wat levert die stoerheid en die kracht eigenlijk op?
Afijn, samen op pad. Op naar Master X. Op mijn weg er naar toe wist ik al dat acht niet haalbaar was. Dus toen wij onderweg de app kregen: “Zorg dat je op tijd bent” begon ik te grinniken.Op mijn reactie: “Ik keer weer om want ik red het niet” kreeg ik als antwoord: ” Je krijgt iets uitstel” Mijn eerste stap was gewonnen. D.w.z., zo voelde het…
Aangekomen bij het huis, een mooi pand ergens in Nederland, zien we dat de deur op een kier staat. Heb je het beeld? Avond, donker, een stille straat en de voordeur op een kier. Achter me hoor ik een onzeker giebeltje: “Kom Teun, we gaan naar het café op de hoek van de straat, laten we hier weggaan.”
Hoezo weggaan? Écht niet! Ik heb een doel. Dé ontmoeting! En natuurlijk voel ik de spanning in mijn lijf. En natuurlijk gaat mijn hart sneller bonzen. Vastberaden neem ik de eerste trede van een lange krakende, steile trap. Geen idee waar ik uitkom. Geen idee welke deur ik in moet openen. Ik neem een diepe hap lucht en duw de eerste de beste zware deur open. Hé, ik ben sterk dus dat kan ik.
Het eerste dat me opvalt is een vurig brandende open haard. Verder een donkere kamer vooral verlicht met vele kaarsjes en waxinelichtjes. In de deuropening blijf ik staan en mijn ogen verkennen langzaam de omgeving. En daar, in een leren stoel bij het raam, zit de onbekende Master X.
Nu zou ik kunnen schrijven dat ik daar een beschadigde oude grijze man zie zitten. Een man die gebukt gaat onder een geweldige rugzak. Een man met littekens op zijn hoofd en in zijn ziel. Een man met doffe ogen, verwilderde haren en een grote bril, omdat zijn blik vertroebeld is. Niets is echter minder waar.
Daar in een bruin leren stoel zit een grote, knappe, heerlijk ruikende man, met ogen die dwars door mijn ziel snijden. Vlammende ogen. In zijn ene hand een mooi rond glas gevuld met rode Port en in zijn andere hand een dunne sigaar. Het glas draait hij langzaam rond en terwijl hij mij diep aankijkt, hoor ik zijn zware bijzonder geaffecteerde stem spreken: “Je bent laat”.
Hangend in de deurpost probeer ik mezelf te herpakken, adem diep in en zeg met een zwoele stem: “Hier ben ik. Ietwat vertraagd en hoe bijzonder is dit?”
Pfff, hoezo bijzonder? We hadden toch een afspraak? Ik ben gewoon de weg kwijt. Shit, dit was niet wat ik verwacht had. Dit was niet waarop ik gehoopt had. Of toch wel? Ik ben verward en uiteraard laat ik dat niet zien. Ik recht mijn schouders en ik loop op hem af. Ik steek mijn hand uit en stel me voor. En nog steeds boren zijn ogen in de mijne. Vuurwerk, zo voelt het. “Teuntje is de naam. Aangenaam kennis te maken” Mijn handen houdt hij iets langer vast dan noodzakelijk. Ik hoor geschuifel achter me. Mijn vriendin was er ook nog…. En ook zij stelt zich voor.
Hij leidt ons naar zijn tafel en schenkt ondertussen een glas champagne voor ons in. Jee, had ik al gezegd dat ik verward ben? Verward van wat ik voel, verward van wat ik zie en verward van wat ik proef. De champagne verkoelt en langzaam herpak ik mezelf.
“Teuntje, wat leuk dat ik je nu eindelijk eens écht leer kennen. Hoewel, écht? Ik ben heel benieuwd of ik je écht zal leren kennen, want zoals je nu aan mijn tafel zit ben je van alles en niet jezelf. Wellicht lukt het jou om anderen met jouw charisma een rad voor de ogen te draaien en ik zie een kwetsbare vrouw die veel heeft meegemaakt in het afgelopen jaar. In hoeverre durf jij me te laten zien wie je bent als ik je écht zou kennen…”
Hij neemt volledig de leiding in onze ontmoeting. En ik, in mijn zwart leren krachtige kleding, voel de onzekerheid tot op mijn bot. En uiteraard laat ik dat niet zien. Ik toon kracht en sterkte. Vooral mijn breekbare kant niet tonen. Dan is er ook nog een enorm verlangen. Het verlangen om het pantser af te werpen. Het verlangen uit te spreken wat ik voel en ik kan het niet. Ik houd mijn mond, bijt mijn tanden op elkaar en wurm door mijn strakke lippen een slokje champagne naar binnen.
Gelukkig, hij laat me en richt zijn aandacht op mijn vriendin. En daar waar ik worstel is zij volledig op haar gemak. In al haar zachtheid volledig zichzelf. Open en oprecht. De onderwerpen waarover zij spreken gaan volledig langs me heen. Jee, wat een worsteling woelt er door mijn lijf.
Ik zie dat zij genieten van de port en de champagne en ik loop richting de keuken. Even afstand nemen en proberen te analyseren wat ik voel. Ooit geanalyseerd wat je voelt? Wel, stop er maar mee want zodra je gaat analyseren ben je uit je gevoel.
Ik stop mijn handen onder de koude kraan om zo in ieder geval nog iets te voelen. De kou van het water. Terwijl de kraan mijn handen nog kouder maakt, lijkt het alsof ook mijn ziel verkilt. Met tranen in mijn ogen vraag ik me af wanneer en ik zo verkild, bijna versteend ben geraakt. En in ene voel ik iemand achter me staan. Ik voel een paar stevige armen om me heen en sluit mijn ogen. Ik leun iets achterover. Krachtig behaarde armen houden me vast en strelen mijn haar. En even plots als ik de armen om me heen voelde is het ook weer voorbij.
Wederom herpak ik me, droog ik mijn tranen en mijn handen en loop de kamer in. Terwijl ik mijn jas pak, kijkt mijn vriendin me vragend aan. “Wat gaan we doen, Teun? Wil je weg?” vraagt ze me.
En wederom worstel ik. Wil ik weg? Wil ik blijven? Wil ik mezelf tonen? Durf ik dat? Dat is eigenlijk een betere vraag. En dan hoor ik zijn stem: “Laat Teuntje maar even. Zij moet zichzelf even herpakken. En terwijl zij dat doet lopen wij even naar het terras.”
Als zij het terras oplopen zak ik voor de haard op de grond. Langzaam voel ik een traan uit mijn ogen glijden. Eerst biggelt er één traan over mijn wangen en al snel is het alsof er een sluis is open gezet. Ik breek, ik huil, ik voel. In een soort foetushouding lig ik op de grond voor de brandende haard en ik luister naar mijn verlangen. Mijn verlangen dat pantser eens weg te werpen, mijn verlangen uit te spreken en te tonen wat ik daadwerkelijk voel. Mijn verlangen even heel diep bij mezelf komen.
Terwijl ik daar lig, voel ik ergens ver weg dat er een dekentje over mij wordt uitgespreid. Ik voel twee handen die me vastpakken, me wiegen, mijn haren strelen. Een gevoel van veiligheid. Ik voel ook de zachte handen van mijn vriendin en hoor haar lieve stem: “Het is goed Teuntje, laat je gaan”
Ik hoor de stem van Master X: “Toe maar, het is veel geweest. Laat je gaan, ontdooi”
Al wiegend, VOEL ik, HUIL ik, ONTDOOI ik en ‘HEEL’ ik.
Nog iets dieper nestel ik me in de tederheid van hun armen en langzaam verdwijn ik in een droomloze slaap. Zo moe!
Als het licht wordt, ontwaak ik. Het lijkt alsof ik alles gedroomd heb en kijkend naar de gedoofde haard, de lege glazen en mijn slapende vriendin op een bank in een onbekende omgeving weet ik dat het er allemaal is geweest. Master X is verdwenen.
Ik sta op, zet een kop koffie en ontdoe me van mijn knielaarzen zodat ik met blote voeten op het terras kan aarden. Genietend van de frisse ochtenddauw neem ik een slok van mijn dampend hete koffie. Ik glimlach. Ik voel me zacht en weet nu dat een face-to-face ontmoeting geen gesprekken vereist.
Ik ben bevrijd, geheeld en heel dicht bij mezelf. Mijn zwarte stoere outfit voelt misplaatst en ik verlang maar mijn bloemetjes jurk en mijn wollig witte schapenjas.
Plots hoor ik op de achtergrond het nummer “Ken je mij” Ik sluit mijn ogen, sla mijn armen om me heen en wieg stilletjes heen en weer. Langzaam beginnen mijn ogen te glanzen. Een warme gloed vloeit door mijn lijf en ik laat me leiden door de warme klanken van de muziek.
Net als gisteravond voel ik dat er iemand achter me staat. Voel ik armen die om me heen sluiten en voel ik een lijf dat zacht met mij mee wiegt. Deze keer hoor ik een zachte stem zeggen: “Zo lieve Teun, lieve krachtige, zachte vrouw, wat zullen we doen? Ontbijten in het plaatselijke café, hier om de hoek?” Met een traan en een lach kijk ik haar aan. “Ja, lieve vriendin, we gaan. Het is goed zo”
En terwijl ik in de deuropening nog één keer maar binnen kijk, zie ik bij de haard een cadeautje liggen met mijn naam erop. Ik loop terug, pak het op en houd het even tegen me aan. Dan laat ik het onverpakt in mijn tas glijden. Ooit open ik het. Ooit, op enig moment, wanneer ik daar aan toe ben.
Op mijn blote voeten verlaat ik het pand. Mijn knielaarzen en mijn leren jas laat ik achter. Mijn ‘schaapje’ ligt in de auto, warm en zacht en terwijl ik die om me heen sla kijk ik nog één keer omhoog. Ik zie de gordijnen bewegen. Master X, een bijzondere ontmoeting, een bijzonder mens. Ik hoop dat hij nog heel lang in mijn leven blijft. Per app, per telefoon en in ieder geval in mijn hoofd.
Breekbaarheid, onzekerheid, verlangen en zachtheid, alle ingrediënten waren aanwezig, ik heb ze allemaal gevoeld.
Ik stap in de auto en sluit de deur.
“Oké, lieve vriendin, op naar ontbijt en op naar mijn nieuwe levensfase. Op naar mijn bloemetjesjurk” (en dat laatste kan ik niet beloven )
Mocht je naar aanleiding van dit laatste blog een op- of aanmerking hebben, voel je vrij een reactie te plaatsen. En mocht ik je ergens mee kunnen helpen, stuur een privé bericht of bel me. Na al mijn kennis, uit de boeken en uit de praktijk weet ik dat ik dat kan.
Dikke kus en deze keer zing ik voor mezelf: Ken je mij….?
En terwijl je meeluistert, stel jezelf ook eens de vraag….
klik-> Ken je mij…?